Aafje de Roest (1993) promoveert aan de Universiteit Leiden op culturele identiteitsvorming onder Nederlandse jongeren, via hedendaagse Nederlandse hiphop. Dit project wordt gefinancierd vanuit het NWO-fonds ‘Promoties in de Geesteswetenschappen 2019’. In haar afstudeeronderzoek ‘Buurtvaders’ onderzocht zij het fenomeen ‘represent’, de opvoering van het herhaaldelijk vertellen over het leven op straat en in de buurt, in hedendaagse Nederlandse hiphop. Dit onderzoek werd bekroond met de Vliegenthart Scriptieprijs 2017 en de prijs voor Beste masterscriptie 2016-2017 van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde.
Alex Reuneker (1985) is promovendus Nederlandse taalkunde aan de Universiteit Leiden. Hij doet onderzoek naar de voorwaardelijke bijzin (als-dan) en gebruikt daarbij grote tekstverzamelingen en algoritmen om grammaticale patronen op te sporen. Eerder behaalde Alex mastergraden in Media Technology, Literary Studies en Nederlandse Taalkunde. Naast zijn promotietraject is hij docent Informatica aan de Haagse Hogeschool. Alex richtte Gespeld.nl op, een website met dagelijks een oefening in Nederlandse werkwoordspelling.
Bart Verheggen (1972) is docent aard- en klimaatwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Na een promotie in de atmosferische chemie en een carrière in Zwitserland legde Bart zich toe op wetenschapscommunicatie. Hij schreef Wat iedereen zou moeten weten over klimaatverandering, waarin de lezer een wordt aangespoord om kritisch te zijn ten aanzien van de verscheidenheid aan informatie over dit onderwerp.
Esther Op de Beek (1979) studeerde Nederlandse Taal en Cultuur aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Momenteel is ze universitair docent Moderne Letterkunde te Leiden. In 2014 promoveerde ze in Nijmegen op het proefschrift Een literair fenomeen van de eerste orde. Evaluaties in de Nederlandse literaire dagbladkritiek, 1955-2005: een kwantitatieve en kwalitatieve analyse. Momenteel is Op de Beek lid van de redactie van Nederlandse Letterkunde en houdt ze zich bezig met de geluksnotie in hedendaagse literatuur, moderne Nederlandse literatuur en kunstkritiek.
Frits Spits (1948) is een veelbekroond radiomaker en -presentator. Voor zijn carrière in Hilversum studeerde hij Nederlands aan de Universiteit Utrecht. Hij presenteerde de programma’s De Avondspits, Tijd voor twee en De Strepen van Spits. Tegenwoordig presenteert hij iedere zaterdag het radioprogramma De Taalstaat. In 2019 werd Frits Spits uitgeroepen tot belangrijkste radiomaker van de afgelopen eeuw.
Gaston Franssen (1977) is universitair docent en onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij zich bezig houdt met literaire cultuur – alles wat te maken heeft met het maken, verspreiden, consumeren en ervaren van literatuur. Eén van zijn onderzoeksinteresses is de relatie tussen literatuur, levensverhalen en ziekte. Hoe dragen romans en biografieën bij aan de beeldvorming rondom ziekte en gezondheid? Wat voor gevolgen heeft ziekte op het levensverhaal van de patiënt? Bieden biografieën van patiënten of romans over ziekte ons bijzondere inzichten in wat het betekent – of hoe het voelt – om ziek te zijn?
Geerke van der Bruggen (1980) studeerde Nederlandse Taal en Cultuur en Literatuurwetenschap aan de Universiteit Utrecht. Juridische teksten, en dan met name rechterlijke uitspraken, hebben haar bijzondere interesse. Als schrijftrainer hielp zij de afgelopen jaren vele rechters en juridisch medewerkers om begrijpelijker te schrijven. Daarnaast schrijft Geerke zelf ook graag, zowel in opdracht als op persoonlijke titel. Op dit moment werkt zij aan een promotieonderzoek over de (on)begrijpelijkheid van rechterlijke uitspraken.
Helmer Helmers (1977) onderzoekt de geschiedenis van media en politiek. Hij publiceerde over Engels-Nederlandse letterkundige relaties in de zeventiende eeuw. Verder zette hij verschillende nationale en internationale samenwerkingen op. Zijn huidige onderzoek richt zich op de relatie tussen media en diplomatie (publieksdiplomatie) in Europa in de zeventiende eeuw. Hij is momenteel verbonden aan de UvA als universiteit docent op het vlak van historische Nederlandse letterkunde.
Jaap de Jong (1961) is hoogleraar journalistiek en nieuwe media aan de Universiteit Leiden. Eerder was hij universitair docent taalbeheersing bij de opleiding Nederlandse taal en cultuur. Hij doceert onder meer moderne retorica en doet onderzoek naar stijl en retorische technieken in (politieke) toespraken. Daarnaast is Jaap redacteur van Onze Taal en schreef hij Taalboek van de Eeuw, De eerste minuten, Spreken als Max Havelaar en Beeldtaal.
Janita Monna (1971) werkt als journalist, docent en recensent en schrijft daarnaast wekelijks over poëzie voor dagblad Trouw. Ze woonde lange tijd op Bonaire waar ze als correspondent werkzaam was voor onder meer Caribisch Netwerk. Als freelance redacteur en programmamaker was ze lange tijd verbonden aan het Poetry International festival. Daar initieerde ze mede de jaarlijkse Gedichtendag. Ze was redacteur van literaire tijdschriften als Awater en Maatstaf. Monna studeerde Nederlandse taal- en letterkunde in Amsterdam.
Jelle Koopmans (1959) werkt sinds 1989 aan de Universiteit van Amsterdam, zowel op de afdeling Frans als op het Instituut voor Cultuur en Geschiedenis. Zijn proefschrift (Leiden, 1987) richt zich op de ‘sermons joyeux’ (‘vrolijke preken’) in het Frankrijk van de vijftiende en zestiende eeuw. Sindsdien heeft hij gepubliceerd over dramateksten, narratieven en monografieën. Momenteel leidt hij het project ‘Recht en theater, 1300-1600’. Ook werkt hij onder andere aan een ‘Geschiedenis van de farce’. Koopmans is lid van het KNAW en voorzitter van de Raad voor de Geesteswetenschappen.
Karin Amatmoekrim (1976) is schrijver en letterkundige. Ze schreef onder meer de romans Wanneer wij samen zijn, Titus en Het gym. Over het leven van Anton de Kom schreef Amatmoekrim de veelbesproken roman De man van veel. De memoire Tenzij de vader gaat over de relatie tussen Karin en haar vader. Amatmoekrim schrijft essays voor De Groene Amsterdammer, NRC Handelsblad en de Volkskrant.
Kila van der Starre (1988) studeerde zowel Literatuurwetenschap als Taal- en Cultuurstudies aan de Universiteit Utrecht. Vervolgens volgde zij de master Vergelijkende Moderne Letterkunde aan de universiteit Gent en de interuniversitaire ‘master na master’ Literatuurwetenschappen aan de universiteiten van Leuven, Brussel, Gent en Antwerpen. Momenteel geeft Kila les aan de Universiteit Utrecht. In oktober 2014 begon Van der Starre aan een promotieonderzoek naar poëzie buiten het boek.
Marrigje Paijmans (1981) is literatuurwetenschapper aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze doet onderzoek naar kritiek op kolonialisme en slavernij in zeventiende-eeuwse literatuur. Mensen denken vaak dat de inwoners van de Republiek geen weet hadden van de gewelddadigheden in de koloniën, of deze goedkeurden. In literaire teksten wordt echter weldegelijk kritiek geuit, zij het op verhulde wijze. Deze kritiek wordt zichtbaar gemaakt door een combinatie van methoden uit de historische letterkunde en postkoloniale theorie.
Max van Duijn (1984) studeerde Nederlands aan de Universiteit Leiden, waarna hij zich specialiseerde in de cognitieve taal- en literatuurwetenschap. Tijdens zijn promotieonderzoek, dat in Leiden en Oxford plaatsvond, hield hij zich bezich met ‘gedachtenlezen’ (ook wel Theory of Mind genoemd), het menselijk vermogen om je in anderen te verplaatsen en je de wereld voor te stellen vanuit hun perspectief. Sinds enkele jaren is hij als docent en onderzoeker verbonden aan de opleidingen Media Technology en Kunstmatige Intelligentie in Leiden en zoekt hij in zijn werk verbindingen tussen de geesteswetenschappen en exacte wetenschappen. In januari 2020 is hij met een nieuw project gestart, ondersteund door een NWO Veni-beurs, waarin honderden verhalen worden verzameld verteld door kinderen tussen 4-11 jaar oud. Het hoofddoel is om hun ontwikkeling als verhalenvertellers gedachtenlezers in kaart te brengen.
Nicoline van der Sijs (1955) is een Nederlandse taalkundige en etymologe. Nicoline deed haar doctoraalexamen slavistiek aan de Universiteit Utrecht en promoveerde in 2001 aan de Universiteit Leiden. Momenteel is ze hoogleraar Historische taalkunde van het Nederlands in de digitale wereld aan de Radboud Universiteit en senior-onderzoeker bij het Instituut voor de Nederlandse taal. Ze publiceerde talloze boeken, waaronder 15 eeuwen Nederlandse taal, Taal als mensenwerk: het ontstaan van het ABN, het Leenwoordenboek en het Chronologisch woordenboek. Daarnaast is Nicoline redacteur van onder meer Neerlandistiek en vaste medewerker van Onze Taal.
Pieter van den Blink (1966) is journalist, schrijver en moderator. Hij werkte onder meer voor Trouw, was correspondent in Parijs en werd later adjunct-hoofdredacteur van Vrij Nederland. Samen met Katrien Gottlieb zette hij 360 magazine op, waarin de beste journalistieke artikelen uit de buitenlandse pers verschijnen. In de filosofische essayserie Nieuw licht schreef Pieter The Medium kills the message, over journalistiek, media en kijkcijfers.
Ruth Koops van ’t Jagt (1985) is onderzoeker en adviseur op het gebied van publieke gezondheid en wetenschaps- en gezondheidscommunicatie bij de Aletta Jacobs School of Public Health. In 2018 promoveerde zij op een onderzoek over fotostrips om mensen te ondersteunen tijdens gesprekken met de dokter. Haar onderzoek won in 2019 de facultaire Impact Award van de Rijksuniversiteit Groningen. In het studiejaar 2006-2007 was Ruth huisdichter van de Rijksuniversiteit Groningen, waarbij ze dat jaar afsloot met de dichtbundel Juttersgeluk en een expositie van een selectie van haar gedichten in de Prinsentuin in Groningen. Ook won Ruth diverse prijzen voor haar korte verhalen.
Tanneke Schoonheim (1965) studeerde Nederlands met als specialisatie historische taal- en letterkunde van de middeleeuwen en de renaissance. Na haar afstuderen kwam ze terecht op het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (nu: INT). Daar werkte ze aan diverse woordenboekprojecten. In 2004 promoveerde ze op een onderzoek naar vrouwelijke persoonsnamen in Holland en Zeeland tot en met het jaar 1300. Ook schreef zij columns in het Leidsch Dagblad over voor- en achternamen. In 2013 verscheen een uitgave van het boekje Langs Leidse Stegen. Ze is voorzitter van de Commissie Spelling van de Taalunie en bestuurslid van de Stichting Nederlandse Dialecten en EURALEX.
Tessa de Zeeuw (1990) schrijft een proefschrift over hedendaagse rechtszaken die uit de hand zijn gelopen (‘Lucia de B.’; zaken over politiegeweld tegen zwarte Amerikanen; de Franse Affaire du sang contaminé) en literaire en dramatische werken waartoe zij aanleiding gaven, binnen het door NWO gefinancierde ‘Arts in Society’-project van het Leiden University Centre for the Arts in Society (LUCAS). Ze is geïnteresseerd in de manieren waarop moderne technologievormen en technocratie druk zetten op de theatrale logica van het recht. Ze geeft les aan de Universiteit Leiden in de BA Film- en Literatuurwetenschap, de MA Cultural Analysis, en aan Leiden University College.
Tine Hens (1974) is historica en werkt als journaliste voor MO* Magazine. Ze schrijft vooral over klimaatverandering en de ecologische transitie waar we voor staan. In 2015 publiceerde ze hierover het boek Het klein verzet. Dit jaar verschijnt Het is allemaal de schuld van de Chinezen, een boek over de typische dooddoeners in klimaatgesprekken.
Vivien Waszink (1977) studeerde Nederlandse Taal en Cultuur in Leiden en studeerde ooit af op de betekenis van het woord leuk. Nu maakt Vivien de hele dag werk van woorden als onderzoeker op het Instituut voor de Nederlandse Taal (INT). Vivien werkt als lexicograaf mee aan het Algemeen Nederlands Woordenboek (ANW) en het Neologismenwoordenboek (NW), beide onlinewoordenboeken van modern Nederlands. Verder vertelt en schrijft Vivien graag over nieuwe woorden, taalergernissen, jongerentaal en hiphoptaal.
Yra van Dijk (1970) is hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde in Leiden. Ze promoveerde in 2006 op haar proefschrift Leegte die ademt. Verder publiceerde ze over het postmodernisme en de relatie tussen technologie en literatuur. In 2018 verscheen Afgrond zonder vangnet, de monografie over liefde en geweld in het oeuvre van Arnon Grunberg. Yra schreef over literatuur in onder meer NRC Handelsblad en de Volkskrant.